“Het risico van transparantie in het algemeen is dat je kwetsbaar en aanspreekbaar bent”, aldus Stefan Peij* Hij sprak onlangs ten overstaan van een groep van directeur-bestuurders in een bijeenkomst over ‘Het goede gesprek’. Een zakelijke bijeenkomst met een persoonlijke tint. Want een goed gesprek geldt in feite altijd. Op je werk én thuis.
Een goed gesprek
Een goed gesprek is in ieder geval een effectief gesprek. Een gesprek waarin een doel wordt bereikt. Maar een goed gesprek gaat ook over verbinden, over een goede sfeer neerzetten. Een goed gesprek bevat inhoud en proces. En het constant schakelen daartussen. “Het zit hem in oprechtheid; intermenselijk en zakelijk. Het is niet alleen een left brain-zaak, het is uitdrukkelijk ook een zaak van de rechterhelft” aldus Peij. “Je moet er gevoel bij hebben, een drijfveer.”
Boem. Herkenning. Verbinding vanuit twee hersenhelften met Peij.
Want dat ‘risico van transparantie’, dat neem ik met grote regelmaat. Wel bewust. En even zoveel keren voel ik het ook. En denk ik stiekem daarna ‘misschien de volgende keer wat minder transparant. Laat de ander ook maar eens twijfelen waar ik vandaan kom, zoals ik vaak genoeg moet zoeken bij de ander’. Maar uiteindelijk kies ik altijd weer voor het risico van transparantie. Omdat de voordelen ervan opwegen tegen de nadelen. Omdat het essentieel is om te zeggen wat je doet. En te doen wat je zegt.
Opereren vanuit kracht. Is There Any Other Way?
*Peij is gedragswetenschapper, gepromoveerd op de verhouding tussen commissarissen en bestuurders. Hij is directeur van de Governance University. En een bijzonder prettig mens om mee samen te werken.