“Mening geven om de maatschappelijke meningsvorming te beïnvloeden? Of simpelweg om het geven van een mening, uit profileringsdrang? Tja. Heb er een dubbel gevoel bij. En een dubbele houding jegens opiniemakers. Want het is een groot goed dat er een publiek debat wordt gevoerd. En een groot goed dat er vrijheid is om een mening te vormen en te geven. Edoch. Vermoeiend vind ik ze ook. Opiniemakers.”
Dubbel
En dus benijd ik schrijvers en sprekers die schijnbaar zelfverzekerd en nonchalant overal wat van (durven) vinden en daarbij een duidelijke stellingname niet schuwen. Die man en paard noemen. Mensen die zich daardoor ook kwetsbaar durven opstellen. Sprekers en schrijvers die origineel zijn.
Maar tegelijkertijd erger ik me ook aan opiniemakers. Want een beetje opiniemaker blíjft aan de gang. Je kunt je k.nt niet keren of er volgt weer een sterk geponeerde mening. Over álles en soms ook over iedereen. En dan vraag ik me vaak af, wie er toch zit te wachten op al die meningen? En hoe ijdel ben je eigenlijk als opiniemaker?
Maar daar waar het schuurt
Een weinig ambivalent in dezen dus. Benijden. En ergernis. Maar uiteindelijk, ondanks het harmoniemodel in mij, kies ik toch voor de opiniemaker. Want daar waar het schuurt wordt het interessant. Beweegt het. En dat biedt ruimte tot nieuwe inzichten en argumenten.
Zolang het maar met respect is, al dat vertoon van meningen.