BRUSSEL – De euro is vanaf zaterdag het officiële betaalmiddel in Estland. Het Baltische land met circa 1,3 miljoen inwoners is per 1 januari als zeventiende EU-lid toegetreden tot de eurozone. De euro vervangt de Estse kroon. Estland is de eerste voormalige Sovjetstaat die nu de euro als officieel betaalmiddel heeft.
Premier Ansip betitelde de toetreding tot de eurozone onlangs als de belangrijkste prestatie van zijn regering. Van de bevolking lijkt een meerderheid het met hem eens te zijn.
Estland is na Slovenië en Slowakije het derde voormalig communistische land dat de Europese eenheidsmunt omarmt. Naar Europese maatstaven is Estland het armste land van de eurozone. Het gemiddelde maandsalaris was in 2010 circa 760 euro.
Maar het land kan op economisch gebied ook als voorbeeld dienen voor velen. Estland kent al jaren geen begrotingstekort en heeft de laagste staatsschuld, berekend als percentage van het bruto nationaal product, van alle landen van de eurozone.
Elk EU-land is verplicht om de euro in te voeren, zodra het aan de criteria voldoet. Alleen Groot-Brittannië en Denemarken hebben een uitzondering bedongen. Oost-Europese landen als Polen en Hongarije staan sceptisch tegenover invoering van de Europese eenheidsmunt.
Zij willen eerst zien hoe de schuldenbergen van Griekenland en Ierland worden aangepakt. Ze vrezen ook dat hun economie minder concurrerend wordt zonder flexibele wisselkoersen.
De Tsjechische premier Petr Necas heeft gezegd dat euro-invoering nog een hele lange tijd niet voordelig is voor zijn land. Economen menen dat het wel tot 2020 duurt voordat de meeste Oost-Europese landen toetreden tot de eurozone.