Lezen! “Kunnen we praten“, een ‘boekje’ uit 2017 van Joris Luyendijk waarin hij uit zijn eigen bubbel probeert te breken. Lezen. En vooral dus over práten. Je vergewissen van de mening van mensen buiten je eigen bubbel van gelijkgestemden. Als het even kan zonder irritatie of zelfs ruzie een gesprek voeren over politieke verschillen. Luyendijk:”Omdat je alleen door met anderen te praten, je kunt leren voorstellen dat anderen de wereld totaal anders zien en ervaren.”
Organiseer je tegenkrachten. Stap uit je bubbel. Het doet echt geen pijn, leidt wel tot betere ideeën en is essentieel bij het voorkomen van tunnelvisies.
Bubbel
Een term die recent een nieuwe lading heeft gekregen. En die beschrijft dat veel mensen in een kring van alleen gelijkgestemden leven. Een kring waarin onze smaak, onze mening en ons wereldbeeld steeds weer bevestigd wordt. Dat eigen perspectief werkt uitermate belemmerend voor het met een open blik blijven kijken naar de wereld om je heen. En met een open gehoor blijven luisteren naar andersdenkenden. Want open staan verbindt en gaat radicalisering tegen.
Sleutelmomenten
Luyendijk onderzoekt in “Kunnen we praten” zijn eigen perspectief op de (inter)nationale politiek en beschrijft de momenten waarop hij er achter kwam dat de wereld op bepaalde punten toch iets anders blijkt dan hij daarvoor altijd dacht. Waarop zijn beeld van de wereld en meer specifiek zijn beeld van de traditionele politieke partijen kantelde of verschoof. Momenten ook waarop hij de mening van mensen en organisaties buiten zijn bubbel opnieuw ging waarderen.
Hij beschrijft een aantal van deze sleutelmomenten rond grote thema’s zoals immigratie en integratie, pro of contra de EU, de opkomst van populisme. En rond het faillissement van Lehman Brothers in 2008, die het begin markeerde van een grote internationale financiële crisis. Een financiële crisis die rakelings langs het vastlopen van de wereldeconomie scheerde.
Ongebreidelde schaalvergroting en marktwerking
Een sleutelmoment omdat hij zich tot die tijd niet gerealiseerd had “hoe gevaarlijk ons financieel systeem is. Dat de redenen waarom het systeem gevaarlijk is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk te begrijpen zijn. En dat desondanks geen enkele politieke partij dit oppakt”.
Maar ook dat ‘de City’ in al haar extremen duidelijk maakt wat overal in de samenleving gebeurt. Scholen, zorginstellingen, bedrijfsleven: ongebreidelde schaalvergroting maakt organisaties zo groot, dat de top geen idee meer heeft en kan hebben van wat er beneden gebeurt. Een top die daarbij ook nog eens zo bezig is met de eigen carrière dat het geen loyaliteit meer voelt jegens de organisatie.
Verbinding verbroken
Luyendijk: “Er zitten, denk ik, ook voordelen aan schaalvergroting en marktwerking. Mijn probleem is dat het buiten mij om is besloten en wordt doorgevoerd, zonder dat er echte alternatieven zijn.” En juist dat wegvallen van solidariteit tussen burgers, organisaties, landen is de doodsteek voor maatschappelijke verbinding en controle over de samenleving. Het werkt maar één ding in de hand: namelijk een populistisch Nee of een Stop. Je bent ergens voor of tegen, maar hoe dan ook: de verbinding is verbroken.
Dialoog, transparantie en verantwoording
Terwijl als dialoog, transparantie en verantwoording leidend zijn, als burgers, organisaties en landen met elkaar van mening wisselen, dat dat hoe dan ook zal leiden tot meer begrip en tot betere plannen. Tot meer gemeenschapszin. Luyendijk: “Elk plan wordt sterker als je het moet verdedigen”.
Organiseer je tegenkrachten. Stap uit je bubbel. Het doet echt geen pijn, leidt wel tot betere ideeën en essentieel is bij het voorkomen van tunnelvisies. En mooi meegenomen: door een goede dialoog wordt ieder idee sterker en meer gezamenlijk gedragen. Zo simpel, eerlijk en veilig zou iedere organisatie, zou iedere gemeenschap in elkaar moeten steken.
NB: Kunnen we praten
‘Dit boekje is voor iedereen die net als ik het vertrouwen in de traditionele politieke partijen voor een belangrijk deel of zelfs helemaal kwijt is. Ik zou zo graag onze ervaringen op elkaar leggen. Wie weet waar ze overlappen.’ – Joris Luyendijk